Een konijn kan net als de mens ziek worden. Sommige ziekten zijn zelfs dodelijk voor een konijn. De voornaamste konijnenziekten worden besproken, inclusief de symptomen en wat je eraan kunt doen om ze te voorkomen. Let op: ik ben GEEN dierenarts en spreek altijd uit eigen ervaring. Is je konijn ziek, dan ga je het best altijd naar een dierenarts. Hij/zij kan je hierin altijd raad geven.

Het konijn is familie van de haas.

Het verschil tussen een konijn en een haas is een haas heeft langere oren en staan recht op.

                                                       tam maken

Een konijn tam maken vergt veel tijd e héél veel geduld. Laat je konijn eerst wennen aan het huis en de kooi. Elke keer als je eten neerzet, of drinken, laat je het konijn eerst aan je hand ruiken. Als je konijn aan de lucht van jouw hand gewend is, zal hij graag geaaid willen worden. Doe dit veel. Als je konijn het heel fijn vindt om geaaid te worden, zal hij vaak zachtjes gaan knarsetanden. Vaak legt een konijntje zijn kop plat neer om geaaid te worden. Belangrijk is dat je je konijntje altijd via de bovenklep uit de kooi haalt, en niet via het deurtje. Het konijn terug in de kooi doen vergt enige oefening; zorg ervoor dat de kooi een voor-opening heeft, zodat je konijn door de vooropening weer in zijn kooi kan gaan. Je doet je arm tot bijna in de kooi en laat je konijntje zelf weer de kooi ingaan. Je moet er rekening mee houden dat de meeste konijnen het vervelend vinden om opgetild te worden. Het zijn eigenlijk geen schootdieren. De beste manier om vertrouwen te winnen is je konijn zelf in en uit de kooi te laten gaan, en alleen je hand uitstrekken om een klein stukje appel of een blaadje witlof of plakje wortel te geven.

Bij het rondlopen moet je ervoor zorgen dat de ruimte veilig is: Electriciteitsdraden mogen er niet zijn! Die moeten weggewerkt zijn of in buizen zitten. Telefoondraden ook!! Boeken en planten moeten zo gezet worden dat je konijn er niet bij kan. De kooi moet op de grond staan. Laat je konijntje rustig, in zijn eigen tempo, uit de kooi komen. Laat hem rustig zitten. Het beste is als je zelf ook op de grond gaat zitten. Je konijn kan aan jou snuffelen. Probeer hem niet op te pakken, aaien mag wel, als je konijn dat wil.

Lok je konijn met een takje selderie of iets anders terug in de kooi. Geduld! Doe elke keer hetzelfde: kooi open, net zolang tot je konijn op een gegeven moment zelf de kooi uitkomt. Teruglokken met iets lekkers. Het beste is hiermee te beginnen als je konijn nog niet gegeten heeft. Lok hem dan terug door het voer in zijn kooi te zetten. Geef je konijntje in het begin niet teveel ruimte, één kamer, of een stuk van de kamer is meer dan genoeg. Van hele grote ruimtes wordt hij onzeker, angstig en schuw. Leer hem de plek waar het voer staat en het water. Zet ook zo'n doos gevuld met hooi neer, zodat je konijn weet dat daar de wc is.

Schrik niet als het eerst niet lukt. Een ouder konijn zal het sneller leren dan een jonge.